Service aan FASAL apparatuur

Omdat vanaf 1952 alle FASAL apparaten een uniek, in een kaartsysteem vastgelegd,  volgnummer met bijbehorende beschrijving hebben gekregen is het mogelijk om
per individueel apparaat een geschiedenis op te bouwen.

Dit geldt ook als FASAL apparatuur, geleverd via installateurs/wederverkopers, door hen geregistreerd en de gegevens teruggekoppeld zijn.

Sinds 1986 heeft FASAL- Holland-Scheppers BV een elektronische database geïntroduceerd waarin, met terugwerkende kracht tot begin jaren ’70, zoveel mogelijk schriftelijk
materiaal digitaal vastgelegd is.

Ook hebben van alle voor service/onderhoud aangeboden FASAL apparatuur, die via derden zijn geleverd, de oorzaak van de storing(en) en huidige eigenaar in ons systeem vastgelegd.

Aldus zijn wij in staat om een redelijk beeld op te bouwen van het apparaat, zijn gebruiker en veel voorkomende storingsoorzaken.
Gewapend met deze informatie zijn wij in staat om de klant/eindgebruiker met gericht advies van dienst te zijn.

Uiteraard is het mogelijk om deze gegevens, na het verzamelen hiervan, alsnog in het systeem op te nemen.

Om dit verzamelen van gegevens op de juiste wijze te kunnen doen kan men volgend stappenplan uitvoeren.

  1. Lokaliseren.

  2. Identificeren.

  3. Opname relevante apparaatgegevens.

  4. Vastleggen en communiceren van de opgenomen gegevens.

A Lokaliseren.

Indien bij de eindgebruiker vastgesteld moet worden welke FASAL apparatuur gebruikt wordt dient men allereerst vast te stellen waar deze zich bevindt en hoe men deze kan bereiken.

Wij hebben in de praktijk vast moeten stellen dat de olie-, koelvloeistof- en vetopslag en de daarbij behorende apparatuur vaak het sluitstuk van planning/begroting was en derhalve
op de meest onlogische (decentrale) plaatsen te vinden is.

Ook valt het ons in dit opzicht op dat in de loop van de tijd, zelfs bij zorgvuldig geplande installaties, de apparatuur dermate ingebouwd is dat zij nauwelijks meer bereikbaar(herkenbaar) is.

  

Op juiste manier opgebouwde apparatuur!

B. Identificeren.

Om vast te stellen, na lokalisatie of het  inderdaad FASAL apparatuur betreft kan men de volgende kenmerken als uitgangspunt nemen.

De luchtmotoren van 3 typen FASAL olie en vetpompen zijn op afstand herkenbaar aan de vorm (zie afbeelding) en het gebruikte materiaal (aluminium)

    
Fasal vetpomp met SU/TU cilinderkop –                HD/LD std motor  – LP motor

  1. FASAL slanghaspels zijn er in 3 uiterlijk te onderscheiden typen (zie afbeelding)

3 standaard typen FASAL slanghaspels (in signaalrood, hamerslaggrijs (blauw) of geel)

Er zijn echter uit de jaren ‘60 en ‘70 een aantal gesloten slanghaspel in omloop.
Deze zijn te herkennen aan een witte polyester schaal een rode voetsteun.

C. Opname van de relevante apparaatgegevens

Olie-, vet en Koelvloeistofpompen.

Elke (standaard HD/LD) pomp heeft een uniek volgnummer. Het bereik van deze volgnummers ligt tussen de 400 en de 26000.

Elke LP pomp heeft een volgnummer welke begint met 8. (acht punt!)

Op de pomp zelf vindt men aan de perszijde, boven de aansluitnippel, een typeplaatje en/of een ingeslagen nummer.
Indien de informatie op het typeplaatje onleesbaar is kan men dit plaatje met een mesje verwijderen waardoor het volgnummer tevoorschijn komt.

 

Voorbeeld nummering en typeplaatje.

Slanghaspels.

Alle slanghaspels hebben een uniek ingeslagen nummer aan de benedenzijde (montgeplaatzijde) van de voetsteun. (zie afbeelding)

Dit nummer wordt meestal voorafgegaan door een ingeslagen letter. (O voor olie, V voor vet, voor koelvloeistof, voor lucht, W voor water en V voor vacuüm)
Het bereik van de volgnummers ligt tussen de 250 en 11000
 
D. Vastleggen en communiceren van de gegevens 

Na opname van de unieke volgnummers van de respectievelijke apparatuur is het ook van belang dat de directe omgeving van het apparaat in kaart wordt gebracht.
Dit omdat deze gegevens van groot belang kunnen zijn bij het verlenen van service.
Vooral bij service op afstand (ruilsysteem, zelfwerkzaamheid of uitgevoerd door derden) kan dit veel onnodig handelen voorkomen.

In dit kader is het handig vast te leggen:

  1. Luchtzijde-wat en hoe is het apparaat aangesloten op het luchtnet? (luchtset=waterafscheider reduceer+olienevelaar) snelsluitsysteem…etc)
  2. Aan de perszijde– welke maat heeft de nippel op de pomp t.b.v. aansluiting van de flexibele slang? (standaard voor olie en koelvloeistof ½” BSP en voor vet ¼” BSP)
    En heel belangrijk, is er (ergens) een afsluitkraan aan de perskant gemonteerd?

Al deze gegevens plus de locatie en eigenaargegevens kunnen via het mailadres service@fasal.nl doorgestuurd worden waarna FASAL Holland deze in haar systeem zal vastleggen.